Engels 1ste graad A

Hoe vervoeg je de onregelmatige werkwoorden of irregular verbs 'to be' en 'to have' in het Engels? Lotte weet er meer over. (1ste graad)

In deze video kom je alles te weten over de vervoeging van de irregular verbs 'to be' en 'to have'. Bovendien bekijkt Lotte ook nog eens hoe je de negative en de interrogative vormt, hoe je dus vragen of questions stelt in het Engels. 

1. Verbind het juiste P.P met de overeenkomende werkwoordsvorm. 

2. Vul aan: He ................. a girlfriend. (to have / negative)

Arne verplicht je in deze video goed op te letten zodat je de imperative goed begrijpt. (1ste graad)

Hoe vorm je de imperative of gebiedende wijs in het Engels en wanneer en hoe gebruik je hem? Kom het allemaal te weten in deze video met expert Arne.

1. Wat wilt deze afbeelding zeggen?

Arne legt in deze video in sneltempo uit wanneer en hoe je de werkwoorden can en must moet gebruiken in het Engels. (1ste graad)

Wat is het verschil tussen de modal verbs 'can' en 'must'? Wanneer en hoe gebruik je deze modale werkwoorden in het Engels? Arne vertelt het je in een handomdraai.

1. ... your teeth. (to brush)

2. ... the instructions. (to read)

3. Kate ... long hair.