Fysica 2de graad

Jasper laat je kennis maken met smelten, de smelttemperatuur en smeltingswarmte. (tweede graad)

Wat hebben smelten, de smelttemperatuur en de smeltingswarmte met elkaar te maken? En waarin schuilt het verschil tussen de smelttemperatuur en smeltingswarmte? Jasper legt het je uit in het eerste deel van deze fysica video!

1. Bekijk onderstaande figuur en geef dan aan welke van de onderstaande stellingen juist zijn.

Jasper geeft je in deze video de formule van de smeltings - en stollingswarmte

In een vorige video zag je al wat er gebeurt bij het smelten. Maar wat gebeurt er nu juist bij het stollen? En hoe bereken je de smeltingswarmte en stollingswarmte van een stof? Aan de slag in deel 2!

1. De smeltwarmte van ijzer is 276 kJ/kg. De smelttemperatuur van ijzer is 1811 K. Als het ons 500 kJ kostte om een onbekende hoeveelheid ijzer te smelten, hoeveel vast ijzer hadden we dan?

1. Welke van de grafieken op de afbeelding heeft de hoogste smelttemperatuur maar de laagste specifieke smeltingswarmte?

2. Bereken de energie die er nodig zou zijn om de fiets van Jasper te doen smelten.

   Laten we veronderstellen dat de fiets van Jasper 10 kg weegt en dat hij een temperatuur heeft van 18°C. De smeltemperatuur van ijzer is 1812 °C en de specifieke smeltwarmte van ijzer is 270 J/kg. De soortelijke warmtecapaciteit van ijzer bedraagt 488 J/kg.K.

3. Bereken de evenwichtstemperatuur die je bekomt als je 5,0 kg ijs dat een temperatuur heeft van - 10°C, in 10 liter water met een temperatuur van 90°C laat vallen.