Wiskunde 2de graad

Tine legt in deze video de productregel uit om het aantal combinaties te berekenen. (2de graad)

Hoeveel combinaties kan je maken met 2 broeken en 3 t-shirts? Tine legt het boomdiagram uit waarin je moet tellen met bomen.

1. Je was getuige van een misdrijf. Je hebt de dader zien vluchten met zijn auto. Het cijfergedeelte herinner je je nog: 354. Hoeveel mogelijke nummerplaten zijn er met dit cijfergedeelte? (Veronderstel dat je alle letters van het alfabet mag gebruiken.)

Tine vertelt in deze video wat je moet doen als je de woorden "minstens" of "of" tegenkomt in een opgave over kansrekenen. (2de graad)

Tine gebruikt een strandbal om je uit te leggen hoe je best kan tellen door ontkenning. Ze legt je uit hoe je dit moet toepassen als je een vraagstuk krijgt waar 'minstens' of 'of' in staat.

1. Je moet een pincode bedenken voor je bankkaart. De pincode moet uit 4 cijfers bestaan. Je wil minstens één keer je lievelingscijfer 7 gebruiken. Hoeveel mogelijke pincodes kan je zo maken?

1. Voor een schooltoneel zijn drie rollen te verdelen. Er zijn vier kandidaten voor de rol van ruimtereiziger (Evelien, An, Hans, en Kristof), twee voor de rol van robot (Els en Ken) en twee voor de rol van buitenaards wezen (Jakob en Annelies). 

   Op hoeveel manieren kan de regisseur de cast samenstellen? Stel een boomdiagram op dat een overzicht geeft van alle mogelijkheden.

2. Jana zit in het ijssalon en heeft keuze uit 5 soorten ijs. Daarnaast mag ze nog kiezen uit 3 soorten siroop om over het ijsje te doen. Hoeveel verschillende ijsjes kan ze samenstellen. Maak een boomdiagram!

3. We vormen codes bestaande uit 3 letters. Hoeveel codes bevatten minstens éénmaal de letter a?