Zagen, hoe ga je correct te werk en wat zijn de verschillende onderdelen.

Zagen

Zagen is een beweging om overtollig materiaal te verwijderen, werkstukken te verdelen, of groeven/gleuven aan te brengen.

De onderdelen van een zaag.

Een zaag bestaat uit een zaagbeugel, zaagblad, en een handvat met klemschroef. Het zaagblad kenmerkt zich door de tandzetting: de vertanding kan gegolfd of zigzag zijn. Zo voorkom je dat de zaag klem komt te zitten in een werkstuk.

Hoe moet je zagen?

Een zaag zet je in door je duim langs het zaagblad te plaatsen voor een goede geleiding. Om te voorkomen dat je zaag wegglijdt zet je vóór je begint een groefje in je werkstuk met bijvoorbeeld een vijl. Vergeet niet dat je het werkstuk dient in te spannen en dat de zaagsnede verticaal en zo dicht mogelijk tegen de bankschroef komt.

Gebruik tijdens het zagen steeds de volledige lengte van het zaagblad. Controleer regelmatig of je recht aan het zagen bent, en stuur indien nodig bij. Je lichaamshouding is hetzelfde als bij het vijlen.

Zaag nooit op de afgetekende lijn van je werkstuk, maar steeds naast de zaaglijn aan de kant van het restmateriaal.