Vraagstukken met evenredigheden

In deze lesvideo lost Bart vraagstukken met evenredigheden op. In drie lastige situaties probeert Bart tot een oplossing te komen met behulp van evenredigheden. Deze lesvideo is onderdeel van evenredigheid. 

Waarover gaat deze lesvideo i.v.m. evenredigheden?

Bart vertelt ons hoe we vraagstukken met evenredigheden moeten oplossen. Dit doet hij aan de hand van drie situaties waarin hij tot een oplossing moet komen. Een put graven, snoepjes eten en taarten bestellen zijn de "problemen" waar Bart een oplossing voor moet zoeken. 

Hoe moet je vraagstukken met evenredigheden oplossen?

Om vraagstukken met evenredigheden op te lossen, kijkt Bart steeds eerst of het vraagstuk recht evenredig of omgekeerd evenredig is. Hierna werkt hij met de regel van drie.

Verschil tussen recht evenredig en omgekeerd evenredig.

Vraagstukken die recht evenredig zijn.

Wat is nu het verschil tussen recht evenredig en omgekeerd evenredig. Bij recht evenredig vermeerderen of verminderen de twee factoren tezamen. Bijvoorbeeld: Hoe langer de afstand, hoe langer je erover doet om die afstand af te leggen. Wandel je 30 min over 3 km dan wandel je voor 6 km een uur. Hoe groter de afstand, hoe langer de tijd. Dat is recht evenredig. 

Vraagstukken die omgekeerd evenredig zijn. 

Bij omgekeerd evenredig is het andersom. Waar de ene factor vermeerdert, vermindert de andere. Bijvoorbeeld: Een schilder heeft twee uur nodig om een muur te schilderen. Twee schilders hebben geen twee, maar een uur nodig om dezelfde muur te schilderen. Logisch want twee schilders werken sneller dan één. 

Hoe de berekening van beide in elkaar zit, moet je bekijken in de lesvideo. 

Zijn er nog video's over vraagstukken met evenredigheden?

Wil je oefeningen maken over vraagstukken met evenredigheden? In dit lestraject ben je dan op het juiste adres. Wil je meer weten over evenredigheden, check dan zeker en vast ook deze lesvideo.