Catherine legt je in deze video alles uit over de passé simple. (3de graad)
Welkom bij WeZooz Academy
Je bekijkt een gratis preview van deze lesvideo.
Meld je aan, probeer gratis om meer te zien of koop meteen toegang.
De passé simple.
In deze video spitst Catherine zich toe op de passé simple.
Eerst en vooral moet je weten dat je de passé simple niet moet kunnen gebruiken, je moet hem alleen herkennen. Deze tijd wordt niet zo vaak gebruikt, hoewel je hem in literatuur wel regelmatig tegenkomt. De vorming is makkelijk, maar wordt opgedeeld in de 3 werkwoordgroepen. Voor de werkwoorden op -ER neem je de stam en je voegt er aan toe: -ai, -as, -a, -âmes, -âtes, -èrent. Voor de werkwoorden op -IR is dat + -is, -is, -it, -îmes, -îtes, -irent. En voor de werkwoorden op -EVOIR is dat + -us, -us, -ut, -ûmes, -ûtes, -urent. Pas op, de c verandert hier in ç. De onregelmatige werkwoorden avoir en être worden dan respectievelijk eus, eus, eut, eûmes, eûtes, eurent en fus, fus, fut, fûmes, fûtet en furent.
Het gebruik leunt meer aan bij de passé composé dan bij de imparfait. De vertaling van de passé simple is vrij.
Wil je meer weten over de conditionnel passé, check dan zeker en vast ook deze video.