Er is natuurlijk een grote hoeveelheid aan "articles", maar wat doen we als zo een lidwoord na een hoeveelheid komt te staan?
We gebruiken natuurlijk zeer frequent de "articles", maar wat doen we als zo een lidwoord na een negatie komt te staan?
Zijn er verschillen tussen het Nederlands en het Frans wat de articles betreft?
Al deze vragen die jullie zich ongetwijfeld stelden, worden in deze lessenreeks beantwoord!
Succes!
In dit lestraject leer je hoe je rekent met machten met rationale getallen als grondtal en een geheel getal als exponent.
Je leert de machten vermenigvuldigen en delen, hoe je een macht tot een macht verheft, hoe je een negatieve exponent positief maakt en hoe je een product of quotiënt tot een macht verheft.
Ook de wetenschappelijke schrijfwijze komt aan bod.
Dit traject bevat drie video's. In de eerste leer je hoe je logaritmes van verschillende grondtallen kan uitrekenen, eventueel gebruikmakend van je rekenmachine. De tweede video toont je hoe een grafiek van een logaritmische functie in elkaar zit. Tenslotte worden de grafieken van de exponentiële functie en de logaritmische functie, beide met grondtal e, vergeleken.
Maak de oefeningen en test jezelf op het einde van dit traject! Veel succes!
Tu as bien compris les règles de l'adjectif "bon"? Tu ne sais pas bien quand tu dois employer l'adjectif "bon"? Est-ce que je dois employer "bon" ou "bien"?
Wat is nu eigenlijk het verschil tussen die "bon" en "bien"? Gedaan met de verwarring. Vanaf nu doe je het altijd goed! ;-)
Van al die leerstof krijg je natuurlijk ook honger! Wees gezond!
Prends une demi-pomme ou veux-tu une pomme et demie?
Waarom is die laatste "demie" nu opeens wel aangepast aan het substantif en die eerste niet?
Zijn er nog van die speciale gevallen? Al jouw vragen zullen in deze twee video's beantwoord worden.
"L'auxiliaire modal ou semi-auxiliaire modal (du latin modus,-i, « mesure musicale, mode, manière ») est un des outils linguistiques parmi d'autres permettant d'exprimer une modalité, c'est-à-dire de présenter un fait comme possible, impossible, nécessaire, permis, obligatoire, souhaitable, vraisemblable. "
Begrepen? Hoezo neen? Het is toch makkelijk? De modale werkwoorden geven gewoon iets meer informatie over een ander werkwoord. Dit kan bijvoorbeeld een wil zijn: "Je veux nager". Of een noodzaak: "J'ai trop chaud. Je dois nager".
Zijn er nog meer voorbeelden? Natuurlijk!
Ontdek de rest aan de hand van drie video's over de werkwoorden vouloir, devoir, savoir en pouvoir.