In dit lestraject leer je meer over wat topische vragen zijn en waarvoor we ze gebruiken.
In dit traject vind je alles terug over gesteenten. Je leert nagaan wat de naam is van een gesteente dat je gevonden hebt en ook waarvoor al die gesteenten gebruikt worden.
Ontdek in dit lestraject alles over bezittelijke en aanwijzende voornaamwoorden in het Engels: Waarvoor dienen ze? En hoe gebruik je ze exact?
De laatste manier om gegevens voor te stellen is een boxplot. Voor je een boxplot leert opstellen leer je verwante terminologie zoals de centrummaten. Rekenkundig gemiddelde, mediaan en modus. Weet jij waarvoor deze staan?
In dit lestraject leer je de verschillende congruentiekenmerken herkennen en gebruiken in bewijsjes en oefeningen.
In dit lestraject leer je wat een reactie is en hoe je die kunt neerschrijven. Je leert het begrip mol en molaire massa te gebruiken in vraagstukken rond chemische reacties.
Hoe antwoord je in het Engels vlot op vragen? Welke vraagwoorden kan je gebruiken als je zelf een vraag stelt? En hoe zit het nu weer exact met het verschil tussen 'too', 'also' en 'as well' ? Bekijk de filmpjes en maak de toets...
In dit traject bekijken we hoe we Pythagoras in de ruimte gebruiken en rechthoekige driehoeken. Nog een toepassing op de Stelling van Pythagoras.
In deze twee video's leer je eerst nulpunten zoeken van een functie om deze vervolgens te gebruiken bij het opstellen van een tekenverloop.
Nog een stapje verder in het verleden dan the Present Perfect: maak kennis met de Past Perfect. Hoe vorm je deze tijd? Wanneer moet je hem exact gebruiken? In dit lestraject wordt het van naaldje tot draadje uitgelegd.